Zeven plus een

In de jaren negentig, toen ik nog naar school ging, geloofde ik in de mens en zou ik Schopenhauer nog voor gek hebben verklaard. Ik was geëngageerd en greep iedere mogelijkheid aan om me vóór de multiculturele samenleving uit te spreken.

Zo opperde ik bijvoorbeeld bij een schoolproject dat op de leeslijst voor scholieren verplicht één verhaal van een vluchteling zou komen te staan, omdat in mijn ogen de maatschappelijke onvrede over vluchtelingen voortkwam uit onbegrip. Met het lezen van een boek leeft men zich in, dus zou mijn voorstel de acceptatie van asielzoekers verbeteren. Het voorstel promootte ik met een eigen geschreven dansmuziekje inclusief rap, geheel in de stijl van 2 Brothers on the 4th Floor, waar ik op dat moment fan van was. De zangeres van de band wilde wel komen om te zingen, maar de datum kwam haar helaas niet uit. Het refrein van het liedje schiet me ineens weer te binnen:

Vluchtelingen in het land

bekijk ze van de andere kant

gevlucht voor oorlog en geweld

zonder huis en zonder geld.

Laatst moest ik terugdenken aan het idee. Het voorstel was natuurlijk een beetje naïef, maar  aardig bedoeld. Een probleem, bedacht ik me, was dat er haast geen goede boeken over vluchtelingen vertellen.

Tot ik vorige week van Abdelkader Benali  de PDF versie kreeg van het boekje dat hij speciaal voor het jubileum van de Zevenheuvelenloop geschreven had. Het boekje bevat zeven-en-één portretten van bijzondere zevenheuvelenlopers, waaronder Haile Gebrselassie. De portretten zijn geen pogingen tot biografieën, daarvoor zijn ze te kort, maar een samensmelting van anekdotes en beschouwingen over lopen en het leven. Ieder verhaaltje heeft een flinke duurloop nodig om te bezinken.

Toen ik vanochtend in mijn lange duurloop het laatste verhaaltje aan het verwerken was, realiseerde ik me dat de meeste portretten over allochtone Nederlanders handelden. Thuisgekomen bladerde ik door het boekje heen, en verrek! Er zat geen Karel, geen Annemiek, niet één oerhollandse naam tussen de gelukkige zeven-plus-één. De geportretteerde groep zal dus vast niet representatief zijn voor het voltallige lopersveld van de wedstrijd. Wie had deze lopers uitverkoren om te worden geinterviewd? En wat was de achterliggende gedachte? Was het boekje puur bedoeld ter viering van de verjaardag van de zevenheuvelenwedstrijd, of waren er hogere ambities, die bewerkstelligd moesten worden door de Odyssee van de Senegalese Abou Babacar Sarr te beschrijven, en de weg die Slobodan Jesic had afgelegd vóór hij in Nijmegen aan de start verscheen?

Toch is het boekje veel meer dan een multicultureel pamflet waartoe hardlopen als excuus dient. Wekenlang woonde Benali in het Besiendershuis in mijn geboortestad Nijmegen, en via de sociale media vernam ik met vreugd dat hij iedere dag een beetje Nijmeegser werd. Dat is ook uit het boekje op te maken, het gevonden plezier spat ervan af. Hoe kan het ook anders: breng een hoofdstedeling naar een plek waar het zonlicht niet door de uitlaatgassen wordt gesmoord, en hij leeft op. Doe je dat met iemand die de pen zo weet te hanteren als Abdelkader Benali, dan brengt hij een parelmoerketting van gedachten op papier tot leven. Het boek is sprankelend, literair, soms luchtig, op een enkel moment pijnlijk. Het is een boek dat de kern van het leven raakt, en je sluit bij het lezen ieder van de geportretteerde lopers in de armen. Dank je, Abdelkader Benali, voor het heerlijke boek dat bijna twintig jaar later alsnog verschijnt.

(De 7 van Nijmegen, Abdelkader Benali, 2013)

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.