Van station tot station

Vanuit de tractor kijkt hij uit over zijn land. Zon en regen wisselen elkaar goed af, dit voorjaar. De weiden zijn uitzonderlijk groen en de akkers liggen er vruchtbaar bij – zoals mijn vrouw 10 jaar geleden, denkt de boer met een stiekeme glimlach. Vanavond moet er bemest worden, dus verwondert hij zich niet lang over de olympische trein die over het enkele spoor rijdt. Normaal tuft hier alleen een stoptreintje tussen de velden, van Zwolle naar Emmen en weer terug. De oranje gekleurde trein versierd met portretten van olympische helden is hier trouwens wel eerder geweest: verleden jaar rond dezelfde tijd, en een jaar eerder trouwens ook al.

In die trein zit ik, me klaarmakend voor het lopen van de Station-tot-Stationloop. Na een kopje koffie op het station van Dalfsen grijp ik de laatste mogelijkheid om op tijd aan de start te verschijnen in Ommen. Net als vorig jaar en het jaar ervoor.

Wat compleet anders is, is mijn wedstrijdplan. Vandaag zal ik de wedstrijd over laten aan de anderen, terwijl ik er zelf een duurloop van zal maken. Tenminste, als ik de strijdlust weet te onderdrukken. Want, hoewel ik het besluit al heb genomen, gedwongen door een hamstringblessure waarvan ik inmiddels herstellende ben, knaagt het al dagenlang: ‘dan loop ik over dat geliefde parcours over fiets- en wandelpaden, dwars door de Vilterse molen heen, over de weg en over de Vechtdijk, terwijl ze voorin misschien wel mijn parcoursrecord breken’.

Als ik Leon Sanderman bij de start even vraag hoe het met hem is antwoordt hij kort, zonder de wedervraag te stellen. Dus weet hij niet dat het nog niet goed genoeg gaat om een bedreiging voor hem te vormen. Na de wedstrijd hoor ik dat koplopers Leon en de uiteindelijke winnaar Jan Paalman de hele wedstrijd verwachtten dat ik ze zou inhalen. Misschien dat Leon hier een les uit leert: vraag je concurrenten altijd hoe het gaat – niet zozeer uit beleefdheid maar uit eigenbelang, zodat je weet wat je kunt verwachten.

Na het startschot gaat mijn eerste kilometer wat harder dan gepland, in 3’30. Zo kan ik op gepaste afstand zien hoe de koplopers in 3’00 doorkwamen, zodat ik met gerust hart verder kan lopen: die snelle start zullen ze later moeten terugbetalen dus blijft mijn parcoursrecord redelijk veilig.

Daar loop je dan, met startnummer 1 midden in het wedstrijdveld. Loper na loper laat ik passeren, onder wie zelfs enkele dames. Al die lopers lopen me in stilte voorbij, de blik op oneindig,  alsof ze aan een onzichtbaar koord worden voorgetrokken. Een enkeling hijgend, een ander stampend en weer een ander met de armen zwaaiend alsof hij met een zeis de velden bewerkt. Ik kijk ondertussen uit over dezelfde velden als de boer en bedenk me dat het toch wel een goede lente moet zijn voor de boeren op het land.

Het applaus van toeschouwers langs de kant striemt als de zweepslagen van een koetsier op de rug van een sloom paard: vooruit! Ondanks dat herinner ik me mijn missie en kan langzamerhand meer en meer genieten. Het is tenslotte een heerlijk hardloopweertje en ik loop door een prachtige omgeving.

Met nog 5 kilometer te gaan staat er een jongetje alleen langs de kant van de weg aan te moedigen: hup hup! Dat voelt dan voor het eerst echt bemoedigend! Op een lenteavond komen daar plotseling in een uur tijd duizend hardlopers voorbij en een politiemotor. Dat moet toch machtig zijn, als je aan de Markeweg bij Hessem woont?! Bij de volgende bocht staan tientallen mensen en probeer ik te laten zien dat ik geniet: even lachen en een hand in de lucht.

Na de finish in Dalfsen heb ik nog even de gelegenheid om Jaqueline Rustidge en Jan Paalman te feliciteren, de winnaars van deze editie. Mijn record heeft stand gehouden. Een biertje nog, en dan is het weer mooi geweest. De trein komt me halen om me bij een ander station weer af te zetten.

Foto door Jan

2 thoughts on “Van station tot station

  1. Thijs, dank nog voor het biertje. Ik heb je niet weg zien gaan. Ik had je graag nog een biertje aangeboden. Heel veel succes en ik hoop dat je weer snel “volle bak” kunt gaan. Vond het leuk je even te zien.

    groet Hubert

    Like

  2. “normaal tuft hier een stoptreintje…..”
    Dat is iets bezijden de waarheid: een halfuursdienst met eenmaal een sneltrein en eenmaal een stoptrein in beide richtingen!

    Like

Leave a reply to Bert Cancel reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.