Ren, dier, ren!

De weg naar het Noorden is haast eindeloos. Twee dagen doen we erover om Posio, een plaatsje in Lapland, te bereiken. Een politieman die Eeva probeert te versieren en enkele rendieren op de weg zorgen voor vertraging maar de tijd telt niet zo zwaar hier, nabij de Noordpoolcirkel, waar de avonden zich nog steeds uitstrekken over de oneindigheid van het moerasland en de meren, al is de zomer reeds ver gevorderd. Negen maanden lang werken we bij de gezondheidspost van Posio. In die tijd zullen de wegen ondersneeuwen en zal het meer bevriezen. Op een gegeven moment zullen we de hardloopschoenen moeten inruilen voor de ski’s. Maar nu nog niet, laat ik het krekellied dus niet verstoren, zo lang de zomer nog duurt.

Voor hardlopers is er maar één manier om de stijfheid van de lange autoreis te verdrijven, dus trekken we erop uit voor een verkenningsloopje door Posio, een kruispunt van doorgaande wegen dat is opgeleukt met een supermarkt, kapper en wonder boven wonder een atletiekbaan. We lopen langs de gezondheidspost, dat aan het meer ligt, net als ons huisje, terwijl de zon zich opmaakt voor haar avondduik. Voor hoe lang, vraag ik me af, want als de zon ondergaat doet ze dat ‘s zomers aan de noordelijke horizon en ’s winters in het zuiden.

Eeva wijst me een kudde rendieren en als we ze naderen zoeken de kalveren dekking in  de struiken. De vader sukkelt ze achterna. Net zo min als een luipaard een lui paard is, is een rendier een ren-dier, het heeft zijn naam via een etymologische omweg aan zijn gewei (hreinn) te danken en daarmee is het woord rendier verwant aan hoorn en rund. In werkelijkheid is een rendier zo lui als de pest en behoren luipaarden daarentegen tot de snelste renners ter wereld.

De regio Posio telt vierduizend mensen en even zoveel vierkante kilometers. Wij, mensen, vormen een etnische minderheid. Als de rendieren stemrecht zouden hebben, zouden wij onze belasting aan hen afdragen, vermoed ik zo. Ik zal dus moeten inburgeren, me de rendiermentaliteit eigen maken en dat zonder mijzelf als mens tekort te doen – ziehier het allochtonendebat. De bospaden liggen er verleidelijk bij. Nu ik hier nog niet helemaal thuis ben zal ik ze echter moeten weerstaan want de wildernis strekt zich in alle windrichtingen uit en de kans op verdwalen is levensgroot. Dagenlang ronddolen en overleven op een dieet van bessen en paddenstoelen klinkt waarschijnlijk mooier dan het is. Een mens is tenslotte geen rendier.


Deze column verscheen in Runner’s World magazine, editie oktober 2014

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.