Kameraadschap

Op zo’n vier uur rijden van Turku ligt Vierumäki en daar wentelt een fietspad door het bos en over dat pad lopen veertig Finnen hun kampioenschap. Het rondje is ruim drie kilometer lang en wordt zeven keer gelopen en de bochten en glooiingen in het pad maken het een stuk pittiger dan gedacht.

Maar ach, ik heb nieuwe, felblauwe schoenen en de lucht is nergens zo schoon als hier dus ren ik door het bos en tel de ronden die ik nog heb te gaan. Ik ken ze niet allemaal, die jongens, maar ik weet dat ik welkom ben want ze lachen vriendelijk en ze zijn behulpzaam als je Finse woordenschat je in de steek laat. Dat ik geen Fins paspoort heb is bijzaak, want een Fin ben je met je hart, niet op papier.

Na een iets te vlotte start laat ik me terugvallen en bouw van achterin de wedstrijd op. Gedurende de wedstrijd raap ik atleten op, zoals dat in hardlopersjargon heet, maar echt oprapen doe ik niet, ik laat ze creperen in de berm langs het fietspad en doe of ik hun gekerm niet hoor. Dit is de ware kameraadschap, immers, dit genadeloos rammen, we mogen van geluk spreken dat niemand ons ziet. Geen verborgen camera’s hier, de vogels trekken zich niets van ons aan en de berken bedenken zich nog een eeuwigheid.

Onder de atleten zijn ook Jukka en Jaakko Kero, twee leden van de grootste hardloopfamilie van Europa. Het zijn beren in mensenhuid en als je niet uitkijkt scheuren ze je aan flarden. Halverwege de wedstrijd haal ik ze in maar ze geven zich niet gemakkelijk gewonnen. Kilometers lang draven ze achter me aan maar dan heb ik plotseling een gaatje. In de laatste ronde wordt Jukka echter bloeddorstig en jaagt me met zijn dreigende passen de stuipen op het lijf dus graaf ik diep om hem voor te blijven en het lukt me maar ik meen dat ik onderweg een paar organen verlies. Jukka kan daar wel om lachen, maar ik vergeef het hem niet en zal ook de volgende keer mijn overgebleven organen opofferen totdat er werkelijk niets meer van me overblijft. Ik word achtste in de wedstrijd. Achtste van het land dat mijn hart heeft gewonnen en ik ben ze dankbaar, de jongens die nog in de berm na-creperen en Jussi Utriainen, die met ruim drie minuten voorsprong op mij de wedstrijd wint, en ook alle anderen. Dankbaar dat ik erbij mag horen, dat je, zodra je een Finse winter hebt overleefd, bij de kampioenschappen volledig meetelt en dat de migratiefobie niet is doorgedrongen tot de sport.


Deze column verscheen in Runner’s World magazine, editie juli 2014

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.