De smid en zijn vuur

Aan de oevers van de rivier liggen nog platen ijs, korsten van de winter, maar hier, langs het pad, ontluikt het leverbloempje. In rap tempo lengen de dagen en als je ’s ochtends vroeg de wegen verkent zijn de meesjes al druk aan het kwetteren. Thans lacht de zomer je toe.

De wereld bestaat niet zo lang je haar niet betreedt. Dus ren je langs de paden die vrolijk over de heuvels krullen. Vol gas, stevige tempoblokken want over een paar weken wil je er staan. De hazen stuiven het veld in en ook de mensen die je treft wijken voor je uit. Jij bent de smid, het pad is het aambeeld en je benen zijn de gereedschappen waarmee je het staal vervormt. Maar wat moest je beginnen zonder de vurige wilskracht?

Bij de watervallen pauzeer je even. Je verbaast je over de honderden meeuwen die er zijn neergestreken. Hun wild gekrijs priemt door de het volle gedonder van vallend water. Waarom zijn ze juist hier beland? Zouden ze uit de woeste stroom visjes weten op te pikken?

In de natuur wordt de hoogste vorm van complexiteit in alle eenvoud gepresenteerd. Alles heeft een oorzaak maar een hoger doel dient het niet. Hoe schril is het contrast met onze mensenwereld. Wie bij de industriële revolutie nog dacht dat de machines ons werk uit de handen zouden nemen is bedrogen uitgekomen. De samenleving kenmerkt zich door een complexiteit die steeds meer toeneemt bij het streven naar een obscuur, maar naar verluid hoger plan. Utopia.

Hardlopen vormt de brug tussen je gedachten en de werkelijkheid. Werp nog eens een blik op die meeuwen en luister naar hun kreten. Klaagt de een over het weer en de ander over zijn depressie? Of is ontevredenheid een typisch menselijke trek? Zijn we daarom altijd op zoek naar beter?

Met tegenzin maak je jezelf los van het tafereel. Je benen dragen je terug langs de rivier naar huis waarvan de plek door de ondergaande zon is gemarkeerd. De velden glanzen in het avondrood.

Na de training lig je op de bank om bij te komen. De krant glipt uit je vingers en je sukkelt in slaap. Even rap als jij over de paden stoof trekt nu de tijd aan je voorbij. Je lichaam, even tevoren nog zo jong en sterk, is oud geworden, gebroken. Je lichaamscellen schreeuwen het uit van pijn en vermoeidheid. Stel je nu eens niet de vraag waarom je dat doet, dat hardlopen. Want dan zul je beseffen dat jij, ondanks je verlangen naar eenvoud, een mens bent als ieder ander. Je kunt wel zo hard vloeken op de complexiteit van de samenleving en de ontevredenheid die daaraan ten grondslag ligt, maar misschien is die ontevredenheid in feite niets anders dan de wilskracht als die jou over de wegen drijft. Het hardlopen, een al te menselijke bezigheid.


Deze column verscheen in Runner’s World magazine, editie juni 2014

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.