Het is nu vrijdag. Maandag ben ik tijdens het hardlopen nog een mens tegen gekomen. Gisterochtend hoorde ik in de verte een motorzaag, dat telt ook als een teken van leven. Ik bevind me in een houten hut ergens in midden-Finland, aan de rand van een meer en vijftien kilometer vanaf het dichtstbijzijnde dorp. Ik mis ze niet, die mensen. Als ik wil kletsen loop ik naar buiten. Daar houden de koolmeesjes zich op rondom het vogelhuisje. Ze zijn bedrijvig, vliegen af en aan en tjilpen je de oren van de kop. Maar ze doen niets wezenlijks, net als mensen eigenlijk. De eekhoorn is van een ander slag. Die komt alleen even polshoogte nemen, vlucht weer de boom in zodra ik te dichtbij kom. Zonder iets te zeggen. De eekhoorn is vast een filosoof.
(dit alles wordt ondersteund door feiten: het is algemeen bekend dat koolmezen nog nooit iets zinnigs en eekhoorns nog nooit een onzinnig woord hebben gezegd)
Vanmiddag liep ik naar het meer en bekeek mijn spiegelbeeld in het wateroppervlak. Ik vroeg mezelf af of ik meer op een koolmees of op een eekhoorn lijk. Die gedachte heeft me de rest van de middag bezig gehouden. Wat doe ik eigenlijk? ’s Ochtend ga ik eerst hardlopen. Dan steek ik de kachel aan, ga wat schrijven, lezen en nog doe nog wat andere dingen. Maar ik ben opgeleid als arts. Ik zou best mensen willen genezen, maar er is hier niemand. Alleen die ene man op maandagmorgen. Hij had een hond bij zich, dat was ik vergeten de vermelden. Een man met een hond en een geweer. Een jager dus. Jagers hebben geen dokters nodig, die redden zich wel.

Lijkt me heel mooi om te zijn waar jij nu bent Thijs. Ik weet niet of ik er zou kunnen wonen (denk het wel, trouwens) maar het een poging geven zie ik zeker wel zitten. Toch heb je tegenwoordig met zo’n blog en de overbekende media toch meer contact met de buitenwereld dan vroeger mogelijk was geweest, uiteraard. Geniet ervan!
Groet Bas
LikeLike