Brief aan Ryan Hall

Dear Ryan,

Niet je passie voor het lopen, die ik gemakkelijk herken, maar je devotie voor God stelt mij voor vragen. Voor mij, ongelovige, is het lastig om begrip op te brengen voor het geloof. Pas echt onmogelijk lijkt het om toewijding aan God te rijmen met topsport, waarbij de mens strijd levert ten koste van anderen, waarin vrienden voor even vijand zijn.

Geloof je niet, net als ik, dat God ons vergeten is? Als ik me het universum, in al zijn oneindigheid, voorstel als een enorm glazen kunstwerk in een immense hal waar Hij Zijn schepping tentoonstelt aan eventuele gasten, allicht naast vele andere authentieke producten die door Zijn hand geschapen zijn, en er voor het gemak van uit ga dat Hij zo af en toe ons universum een blik waardig keurt, dan kan ik me nauwelijks voorstellen dat Hij zich werkelijk bekommert om wat er in onze levens gebeurt. Want de aarde zal in die reusachtige glazen bol slechts de ruimte innemen als een onbeduidend vuiltje op een tapijt in het Witte Huis en de tijd waarin wij leven zou slechts een zoutloze druppel zijn in een zee van tijd. Maar als we al die relativerende redelijkheid zouden laten varen, en geloven dat Zijn blik op ons gevestigd is, vier miljard jaar vóór de Melkweg met de Andromeda botst en het schouwspel van om elkaar heen dansende sterren pas écht spektakel zal opleveren en zijn aandacht zal trekken, al zou Hij door de miezerige mierenhoop van de wispelturigheid van harteloze heersers, biddende bedelaars en honderden hongerige kinderen de tijd nemen om een marathon te bekijken, alsof de heidense oorsprong van die afstand Hem geen klap in het gezicht zou zijn, en Hij ons van elkaar zou onderscheiden door het startnummer met de startlijst te combineren of voor mijn part door zijn alwetendheid die ik voor het gemak maar even niet in twijfel trek, op welke grond denk je dat bidden jou in de strijd zou helpen? Zou de Almachtige partijdig zijn en de strijd in jouw voordeel beslechten als een omgekochte scheidsrechter aan wie iedere beslissing in papier wordt uitbetaald, ten koste van de sportiviteit en gelijkwaardigheid die de fundamenten vormen van de sport? Is dat geen regelrechte belediging van Hem die je heilig acht?

Beste Ryan, al sta je hoog in mijn achting en gun ik je het best mogelijke resultaat op de Olympische Spelen, ik geloof niet dat je de winst méér verdient dan welke andere atleet dan ook, niet op grond van afkomst, niet op grond van training of toewijding, maar al helemaal niet op grond van geloof in God. Wie ook zal winnen, de winst zal even terecht als onterecht zijn.

Wishing you best of luck in London,

Thijs.

1 thought on “Brief aan Ryan Hall

  1. Hoi Thijs,

    Ook al noem ik mijzelf christen, een ieder die zijn prestaties roemt op basis van zijn geloof in God roept bij mij veel vraagtekens op. Te vaak wordt de naam van God gebruikt te pas en te onpas. Ik denk vaak dat sporters die in de spotlights staan een soort verplichting voelen om God te roemen of iets van hun geloof in Hem zichtbaar te maken voor de camera.

    Like

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.