Met een stalen gezicht passeer ik de tafel waaraan hij zit te ontbijten. Alsof hij net als ik een gewone hardloper is, een van degenen die vele kilometers hebben afgelegd om hier morgen aan de start te verschijnen. Ik voel het bloed naar mijn gezicht stromen als hij me even aankijkt. Of kijkt hij naar iemand achter me. Ik lijk wel verliefd. Maar Haile is al bezet, getrouwd met de marathon van Berlijn. Met zijn lach kijkt hij van talloze posters, boekjes en vanuit de televisie de wereld in. Welkom in Berlijn, welkom bij Haile.
Voor de tweede maal schep ik yoghurt met passievrucht en muesli op mijn bord, twee extra croissants en een kop koffie. Nog nooit heb ik zoveel gegeten, nog nooit heb ik zoveel trek gehad. Een teken dat mijn lichaam weet wat het moet doen over 24uur. Net als vogels die in de week voor hun ultralange vlucht naar het zuiden, zonder pitstop, zich vol eten aan bessen, waarbij hun lichaamsgewicht soms verdubbelt.
Bijna 2200km heb ik de afgelopen 12 weken afgelegd, genoeg om vanuit bijna ieder punt in Europa tot Berlijn te komen. Alleen het uiterste zuidwesten van Spanje en Portugal en het noordwesten van IJsland bevinden zich buiten de straal van mijn trainingskilometers. Wat nog rest is een ererondje door de stad, eindigend onder de Brandenburgertoren. Samen met 40.000 mensen start ik daar om 9uur ‘s ochtends, chasing the antilope: Gebreselassi. Aangemoedigd door meer dan een miljoen stemmen. De afgelopen dagen malen die getallen door mijn hoofd, de ervaring van zondag moet overweldigend zijn.
In de trein zat ik gisteren tegenover Bill, een Amerikaan die trots vertelde dat hij het op de marathon goed doet in zijn ‘weight’-klasse van lopers meer dan 120 kilo; deze categorieën zijn een redelijk nieuw verschijnsel in de hardloopnatie van de Verenigde Staten. Testosteron-categorieën kennen ze er overigens nog niet*. Bill is 47 jaar en loopt de marathon rond de 4uur30. Als ik hem vraag blijkt zijn voorbereiding vlak voor de wedstrijd niet veel te verschillen met die van professionele atleten: de laatste twee weken tapering, veel pasta en, opvallend misschien: heel veel water. De laatste dagen drinkt hij zoveel dat hij van water verzadigd raakt -hoeveel hij die dagen plast heb ik hem maar niet gevraagd. Maar, de belangrijkste voorbereiding zit ‘hier’ zegt Bill terwijl hij naar zijn hoofd wijst, en daarom past hij ook visualisatie toe in de voorbereiding op een marathon.
Ook mijn mentale voorbereiding heeft bijna drie maanden geduurd. Ik ging naar Engeland om te rennen door een inspirerende omgeving. Het lopen moet mooi en inspirerend blijven. Ik geloof dat als de marathonvoorbereiding een sleur wordt, het onmogelijk is om boven jezelf uit te stijgen. In Engeland heb ik op rotsen gestaan, bovenop een heuvel in de Dartmoors. Toen ik na mijn middelbare school een tijd in Engeland heb gewerkt kwam ik er graag, met de fiets -hardlopen kende ik toen nog niet. Met mijn rug zittend tegen deze rotsen en de zon in het gezicht schreef ik er songteksten, wat toen mijn hobby was. Negen jaar later, gebruik ik dezelfde inspiratie van het landschap maar op een totaal andere manier. Staand op de rots leunde ik tegen de wind in, de armen gespreid, alsof ik zou gaan vliegen.
Werner Sonntags (83 jaar) loopt morgen zijn 336e en laatste marathon. Het doel is om uit te lopen, de ronde door zijn stad is vol emotionele indrukken, want deze stad heeft gedurende zijn leven veel doorgemaakt. Haile Gebreselassi en Duncan Kibet willen het wereldrecord aanvallen. Zo heeft ieder zijn eigen doel.
Vaak wordt me gevraagd wat mijn doel is. Onder 2uur20 is een droom, een poging daartoe wil ik zeker wagen. Sinds Hugo van den Broek anderhalf jaar geleden opperde dat ik ooit misschien onder 2uur20 zou lopen, terwijl ik ‘slechts’ 2uur28 had staan, is mijn perspectief veranderd. Sindsdien durf ik te dromen, dromen omzetten in goud, mijn grenzen verleggen. Maar bij een marathon moet je flexibel zijn, voor 2uur20 moet alles perfect gaan en het verloop van een marathon is en blijft onvoorspelbaar. Daarom blijft mijn belangrijkste doel om gewoon te genieten van het lopen want dat is het belangrijkste talent waar je als marathonloper over moeten beschikken. Hoe kun je anders die talloze klappen van het asfalt verdragen, iedere heuvel weer als uitdaging zien, de blaren doorprikken en veters strikken. Ik hoop dat die veertigduizend andere lopers er met dezelfde intentie starten. Genoeg woorden nu, het is tijd voor daden.
*Tijdens het schrijven van deze column heerst er wereldwijde consternatie over Caster Semenya die de wereldtitel veroverde op de 800m in Berlijn, maar naar verluid een voor een vrouw ongewoon hoog testosterongehalte zou hebben.