Strijd (9): Why We Run

Op mijzelf na is het restaurantje bij station Ospizio Bernina leeg. Omdat het vandaag wat bewolkt is en wat frisser dan de afgelopen dagen zijn er weinig wandelaars. De eigenaar is even naar buiten geglipt om zijn sigaret te roken. Een monotoon gezoem van de koelkast met frisdrank vormt samen met een uiterst subtiel knetteren van knappende luchtbelletjes in de opgeklopte melk van mijn cappuccino het einige geluid. Doordat het bewolkt is en de lichten uit zijn is het vrij donker binnen. Aan de wand hangen kitsche schilderijtjes met winterlandschappen in met grove streken goud geverfde lijsten. Op de vensterbank staan bloeiende planten in potten. Daarachter, boven de kanten gordijntjes, biedt het raam uitzicht op de gletsjers aan de overzijde van het Witte Meer.

Naast mijn schrijfblok ligt het boek dat ik momenteel aan het lezen ben: Why we run, een cadeautje van Michiel Snuverink. In het boek geeft hardloper en bioloog Bernd Heinrich antwoord op de vraag die in de titel wordt gesteld. Eerder is het boek al gepubliceerd geweest onder een andere titel, die in drie woorden dezelfde vraag beantwoordde op twee manieren. Chasing the antilope verwijst niet alleen naar de oorsprong van de mens als duurloper (vanuit evolutionair-biologisch perspectief, terwijl Knippenberg in De mens als duurloper dezelfde vraag beantwoordt vanuit een meer cultuur-historisch perspectief) maar ook naar zijn eigen persoonlijke motivatie: het najagen van een droom, of deze nu al dan niet haalbaar is. Op een bijzonder intrigerende wijze laat de schrijver aan de hand van voorbeelden uit de natuur zien hoe met de evolutie verschillende diersoorten, inclusief de mens, unieke eigenschappen hebben ontwikkelt voor het uitbouwen van snelheid en uithoudingsvermogen om te overleven.

Vanochtend werd ik bij mijn duurloop ingehaald door een jongeman op een mountainbike. a een korte kennismaking racete hij vooruit om me bij zijn huis, aan de ingang van de Roseg vallei, op te wachten en me te vergezellen tijdens de training. Geanimeerd vertelde Michael Buehi hoe hij het hardlopen beleeft. Hoewel hij als 18-jarige een respectabele 1uur10 op de halve marathon heeft staan doet hij zich vooral gelden als bergloper en ultraloper -hij is nu aan het herstellen van een 80km wedstrijd van afgelopen zaterdag. Doordat ik helemaal op ga in het gesprek ben ik me nauwelijks bewust van de duizendstemmige rivier die door de vallei raast, van de frisse geur die het natgeregende naaldbos uitademt en het decor van de wakende bergen die door grijze wolken ommanteld zijn. Michael vertelt me wat hij van de Tibetaanse monniken in de Himalaya heeft geleerd: ren zo hard je kan, en als je voelt dat de vermoeidheid zich in je lichaam dringt, als je niet verder kunt, versnel dan. Zo heeft hij geleerd harder te lopen dan fysiek mogelijk lijkt. Want, zegt hij, lopen doe ik met mijn hoofd.

Ik kan niet anders dan dit beamen. Hoewel het wat mystiek aandoet, is dit hetgene dat ik in mijn zoektocht naar elementen van strijd heb geleerd. In Berlijn moet ik mijn lichaam mijn wil opleggen. Overtuiging, gedachten, dromen of de factor X maken het verschil en kunnen mensen boven zichzelf laten uitstijgen.

Hoe hij tot het hardlopen is gekomen hoeft Micheal me niet uit te leggen. In de sprookjesachtige vallei waar hij is opgegroeid lijkt iedere stap die in het zand, of in andere seizoenen in de sneeuw, wordt gedempt, meer energie oplevert dan kost, en draagt dus bij aan een omgekeerde energiebalans. Maar, zal Bernd Heinrich stellen, als dat zo is zal de negatieve vochtbalans uiteindelijk de beperkende factor zijn. Ook hier heeft Micheal een oplossing gevonden, want aangekomen bij de vlakte loodst hij me glunderend naar een waterbron. Dit, zegt hij, is het beste water op de wereld.

Als ik die middag in het restaurantje bij het station de suiker door mijn cappuccino roer moet ik terugdenken aan de les van de Tibetaanse monniken: het doorbreken van de fysieke grenzen. Is dit waar de Twentse dichter Willem Wilmink, naar wiens voorbeeld ik Het Bolwerk in Enschede als stamkroeg heb uitgezocht op doelt als hij schrijft over marathonlopers?

De mensen zonder een zondebok,

de mensen die het enkel

hebben voorzien op zichzelf

daartoe behoren, behalve

sommige filosofen

ALLE marathonlopers*

*uit: ‘marathonlopers’ van Willem Wilmin

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.