Road to Rotterdam
In de maanden voorafgaand aan de Rotterdam marathon doet marathonloper Thijs Feuth verslag van zijn fysieke en mentale voorbereiding.
Van nul tot nu
Het nieuwe jaar begon slecht, net als het oude jaar eindigde: met een vervelende blessure. Die was plotseling en onverwacht komen opzetten vlak voor de kerst waardoor ik voor het eerst in mijn hardloopcarriere niet kon lopen. Twee weken lang bleef te teller staan op nul. Iedere ochtend trok ik met de moed der wanhoop mijn hardloopspullen aan, maar telkens bleek binnen tien stappen dat het nog veel en veel te vroeg was. Na 16 dagen fietsen en revalidatie via de fysiotherapeut kon ik heel voorzichtig weer wat joggen en drie dagen later liep ik op de weg mijn eerste duurloop. Pijnvrij, zei ik tegen mezelf, maar eerlijk gezegd voelde het nog wat onwennig. De week erna liep ik alweer 150km, met een redelijk aandeel lang duurwerk. En de nachtdiensten hakken er altijd weer in met in totaal meestal 3 a 5 uur slaap per 24 uur.
Week 1:
Revalidatie: dagelijks rompstabiliteit en alternatieve training zoals fietsen en spinnen.
Week 2: (nachtdiensten maandag t/m woensdagnacht)
Maandag: Ochtend: 3×10 minuten voorzichtig joggen (licht pijnlijk)
Middag: fysio, rompstabiliteit, spinnen
Dinsdag: Loopband: 15’ DI (15km/h) 3x 5’ tempo’s (18 – 19km/h) – 15’ DI
Woensdag: Loopband 30’ DI,
Donderdag: Duurloop: 1u40 heel rustig (13-14km/h)
Vrijdag: 60’ DI deels door de sneeuw 10cm hoog
Zaterdag: Strand en duinen bij Egmond: 60’ loslopen
Zondag: Wedstrijd Egmond aan zee: heuvelafwaarts te pijnlijk, bij 16km uitgestapt.
Avond: 40’ loslopen
Week 3: (nachtdiensten donderdag t/m zondagnacht)
Maandag: Rustdag; wel fysio, rompstabiliteit
Dinsdag: Ochtend: 45’ DI
Avond: baan 14×500 (ca 1’40” p=60”)
Woensdag: Duurloop 1u45 DI, rompstabiliteit
Donderdag: Ochtend 50’ DI in Wageningen
Middag: met Marco Gielen en Neals Strik op de kunstgrasbaan van Papendal:
5×500 (1’40, p=75”) – 5×400 (75”) – 5×500 (1’35”)
Vrijdag: Duurloop 1u30 DI rondom het Rutbeek, rompstabiliteit
Zaterdag: Tempoduurloop: 40’DI – 20’DII – 5’ DI – 15’ DIIaDIII – 10’DI – 10’DIII – 10’DI Buurserzand (zonsondergang, herten!)
Zondag: Duurloop 1u40 Langs de Hoge Boekel en het Haagse bos (herten)
De duurloop van zaterdag 17 januari deed ik aan het eind van de middag, vlak na ik was opgestaan (nachtdiensten):
Het is half vijf en ik loop over onverharde wegen naar het Buurserzand. Tot hoe laat zal er voldoende licht zijn om de smalle bochtige paden over de heide en door het bos te kunnen volgen? De zon verzinkt langzaam in de wolken aan de horizon, een prachtig avondrood geeft de heides een warm-bruine kleur. Via smalle paadjes beland ik in de schoonheid van de Twentse natuur, en ook mijn gedachten dwalen af, het afscheid van het zonlicht associeer ik met het afscheid van topatletiek van Kamiel Maase, afgelopen weekend in Egmond. Mijn gedachtendwalen verder af naar Luc Krotwaar, die een aantal jaar geleden nog zo indrukwekkend Egmond op zijn naam wist te schrijven. De Witte Keniaan was mijn eerste role-model in het hardlopen. In een interview met hem las ik hoe hij duurlopen maakte van station naar station, iets wat ik van hem heb overgenomen. Af en toe neem ik de trein naar een mooi natuurgebied en loop ik van A naar B. Rugtasje met flesjes sportdrank, iets te eten, kleding en een boek voor in de trein. Soms beloon ik mezelf daarna met een lekkere lunch of appeltaart in een cafeetje. Zo maakte ik al prachtige duurlopen over de Veluwe vanaf Ede naar Dieren, door de duinen van Castricum naar Schoorl, door de Drunense duinen van Den Bosch naar Tilburg, etcetera.
Enkele meters voor me schiet een hert dwars over het pad. Twee andere witte kontjes haasten zich door de heide, ik houd ze bijna bij tijdens mijn duurlooptempo, tot ze uitwijken naar rechts en uit het zicht vredwijnen. Het is niet koud, niet warm, niet licht, niet donker, het regent niet maar het is ook niet droog. Het is zo Hollands als een winter maar kan zijn. Niets meer over van de sneeuw en die ijzige kou van een week eerder. Het gaat lekker, mijn lichaam draait weer, hartslag oké. Volgende week logeer ik bij vrienden in Wageningen. Rust, vrienden, trainen, eten en De Welwillenden van Jonathan Littell.
Maar nu wordt het echt donkerder, ik moet me gaan concentreren op het pad, de bochten, kuilen en uitstekende wortels…
geen fantasieën meer…
slechts de schemering…
het ritme…
een bocht…
de oneindigheid…
de marathon…