De eerste keer

Vanavond gaat het gebeuren. Ik hoor het aan haar stem als ze haar ouders gedag wenst. De afgelopen maanden hebben we het onderwerp telkens gemeden. Vaak keken we elkaar lang aan, schoten in de lach als we ons er bewust van werden. De eerste aanraking was na ruim een maand, per ongeluk. Ze stootte me aan toen ze bijna struikelde. Ik greep haar vast om haar op te vangen, en voor ik het door had gaf ze me vluchtig een kus.

Net voor de wekker gaat word ik wakker. Ik was bang dat ik van spanning niet zou kunnen slapen, maar blijkbaar wist mijn lichaam toch goed wat het nodig heeft. Met een zachte zoen wek ik haar ook. Ondanks tegenstribbelen open ik de gordijnen. Vandaag gaat het gebeuren. Vandaag zal ik weten of ik ervoor geschapen ben. Het begint pas na de dertig kilometer, zeggen ze, maar dat is natuurlijk niet waar. Het komt na jaren trainen en na maandenlange specifieke voorbereiding maar het begint bij ambitie.

Hoewel het nog niet helemaal donker is, sluit ze de gordijnen en steekt ze een kaars aan die ze bovenop de grote blauwe kast zet. Aarzelend pakt ze haar gitaar en slaat een paar tonen aan: A mineur. Even blijft ze zo zitten, legt dan haar gitaar naast zich neer en sluit haar ogen. Ook ik sluit mijn ogen om de stilte tot me te laten doordringen. Regendruppels tikken tegen het raam, de wind lijkt het akkoord met zich mee te dragen. Het akkoord, als een goedkeuring en bewustwording van wat komen gaat.

Inlopen durf ik nauwelijks, bang te veel van de beperkte voorraad energie op te maken. Een halve liter sportdrank. Om half elf is het al warmer dan gistermiddag. Een blik op de klok, en een blik op de andere atleten. Tussen de Afrikaanse lopers en enkele Nederlanders doe ik een paar keer een lichte versnelling, om het weeë gevoel in mijn benen kwijt te raken. Na wat woorden te hebben gewisseld met een andere atleet, besluit ik me aan te sluiten bij een groepje dat weggaat op 2.29. De laatste minuten voor de start lijken de seconden tergend langzaam voorbij te gaan. Even zink ik weg in een leegte, denk nergens aan, voel de zon niet meer. Tot er wordt afgeteld voor de start.

Als ik mijn ogen weer open staat ze voor me. Ze kijkt me strak aan, knoopt haar shirt los en laat het van haar schouders afglijden. Als versteend zit ik in de fauteuil, waar normaal gesproken haar vader in zit, dicht bij de kachel. Ik verroer me niet, durf mijn blik niet weg te slaan. Met drie kleine passen komt ze bij me, gaat bij me op schoot zitten en streelt me door mijn haar. De intieme naaktheid van haar schouders lonkt. Pas als ze me zoent weet ik de schroom van me af te schudden, en ik verlies me in mijn dierlijk onderbewustzijn.

Na een langzame eerste kilometer voel ik dat ik in het juiste ritme kom, de juiste paslengte heb. Na een simpele berekening kreeg ik het idee hoe ik de juiste paslengte moest aanleren, met als uitgangspunt een marathontijd binnen twee-en-een-half uur. Negenduizend seconden, drie stappen per seconden dus zevenentwintigduizend passen. Twee-en-veertig komma twee kilometer, gedeeld door die zevenentwintigduizend passen, dus één meter zesenvijftig per pas. Dat is per stap vijf stoeptegels en een beetje, per vijf stappen één tegel extra. Zo begon ik mijn duurlopen over de stoep langs de Amstel, me voorhoudend dat de paslengte bepalend is voor de marathontijd.

Twee naakte lichamen, een vereniging van lust en liefde. Beangstigend maar ook mooi, zo is het leven tenslotte begonnen. Het verschil tussen man en vrouw, hard en zacht, koud en warm. De schoonheid van vruchtbaarheid, zoals de bloesem van de oude kersenboom in het voorjaar weer een teken van leven geeft. Een teken als een belofte, haar vruchten in het vooruitzicht stellend. Warmte en zweet. Af en toe kijkt ze me aan met een blik alsof ze kwaad is. Maar dat ben ik ook. Hemel en aarde zal ik bewegen.

Het is begonnen. De euforie van het bereiken van het dertig kilometerpunt, ruim op schema, heeft plaatsgemaakt voor vermoeidheid, pijn en angst. Wáár de pijn zit weet ik niet, mijn hele lichaam lijkt ervan doordrongen. Nog zeven en een halve minuut voor de laatste twee kilometer, maar het tempo is er helemaal uit. Als Marti ten Kate, een hardlooplegende in levende lijve, me vanaf de zijkant van de weg toeroept dat het goed gaat, bevliegt me de angst dat ik het niet zal redden, dat ik mijn belofte niet waarmaak en hem zal teleurstellen. Ook mezelf zal ik teleurstellen.

Het ritme en de oneindigheid. Intuïtief beweeg het lichaam zich in een traag ritme, als het tikken van de klok. Met de verspilde energie en het verdampte zweet lijken de gedachten te zijn verbannen. Voor even geen mens. Of juist wel?Het hardlopen in een hardloopwedstrijd is evolutionair gezien gelijkwaardig aan het vrijen met anticonceptie. Net zoiets als droogzwemmen. Druppels zweet verdampen, laten witte sporen na op het lichaam. Een zoute smaak.

Vier woorden, ik oefende ze dagelijks in de spiegel, maar kreeg ze nooit over mijn lippen. Ook nu niet.

Zoals een drenkeling zich vastgrijpt aan een stuk hout, probeer ik mij vast te klampen aan het reeds ingezakte tempo. Zelfs na het laatste kilometerbordje overheerst het bewustzijn dat de klok doortikt. Nog vijftig seconden voor de laatste tweehonderd meter, maar waar moet ik de kracht vandaan halen? Seconden tikken weg, te snel. Mensen langs de kant met strakke gezichten, alsof er een begrafenisstoet langs rijdt. Ik probeer het niet te zien, voel en hoor niets meer, probeer alleen te doen wat ik moet doen.

Ze duwt me van haar af en verbergt haar gezicht in het kussen. Mijn hart krimpt samen van angst, maar slaat ook over van geluk. En wat nog meer? Desillusie? Trots? Op mijn rug liggend staar ik naar het plafond. De bewegende schaduwen die zich daar projecteren komen natuurlijk door de vlam van de kaars, misschien dat een vleugje van de wind haar weg heeft gevonden door de kieren van de deur. In het hoekje boven de blauwe kast probeert een vlieg zich te bevrijden uit een spinnenweb, terwijl haar gastvrouwe nog even stilletjes afwacht voor ze met haar gif haar slachtoffer verlamt. Dan sluit ik mijn ogen.

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.